Een scorereeks geeft een indruk van de kennisontwikkeling van een student. Door onder andere moeilijkheidsgraadvariatie en student-vraag interactie effecten (de anatomievragen in de volgende VT zijn moeilijker dan die in de vorige; een student die i.h.a. goed is in anatomie kan toch veel moeite hebben met bepaalde anatomievragen) kunnen de metingen ‘meetfouten’ vertonen. Om de invloed van de meetfout te reduceren wordt gebruik gemaakt van de cumulatieve score. Dit is het gemiddelde van de scores die behaald zijn op een bepaalde VT en alle daaraan voorafgaande VT’s: de cumulatieve score is dus de-tot-nu-toe behaalde gemiddelde score. De invloed van de meetfout is dan kleiner, aangezien er hierbij over veel meer vragen het gemiddelde wordt berekend dan bij één VT. Het verkregen verloop van cumulatieve scores kan daarom beschouwd worden als een betrouwbaardere indicator voor de kennisontwikkeling dan de originele onbewerkte scorereeks. Dat geldt zeker voor de scorereeksen per categorie of discipline waarbij het aantal vragen per toets soms erg klein is en de meetfout daardoor groot.