Absolute normen VGT vanaf september 2023

Beste studenten geneeskunde,

Decennialang heeft de voortgangstoets bestaan uit vragen waarvan vooraf niet bekend was hoe moeilijk die precies waren en daardoor was ook nooit van tevoren bekend hoe moeilijk een bepaalde voortgangstoets was. Dat was bij iedere toets weer net iets anders. Er zat dan ook enige variatie in hoe er gescoord werd op de opeenvolgende voortgangstoetsen. Daarom werd na elke voortgangstoets aan de hand van de behaalde scores vastgesteld hoe de toets gemaakt was en dit bepaalde de cesuur, de grens tussen “onvoldoende en voldoende”. De norm die op deze manier wordt vastgesteld heet een “relatieve norm”. De grens naar goed werd daarvan afgeleid.

Sinds de introductie van de computer adaptive testing (CAT)-methode in mei 2022, wordt er gebruik gemaakt van een toetsvragenbank bestaande uit vele duizenden vragen. Van al deze vragen is inmiddels exact vastgesteld hoe moeilijk die zijn door kalibratie volgens het Rasch-model. Iedere individuele toets is opgebouwd uit 120 van deze, geijkte, vragen. Van iedere individuele toets is nu dus precies bekend hoe moeilijk die is. Als precies bekend is hoe moeilijk een toets is, is het logisch om ook een cesuur te hanteren die daarbij past omdat die rechtstreeks verbonden is met de moeilijkheid van de individuele toets: dit wordt een absolute norm genoemd.

Om zeker te zijn dat theorie en praktijk met elkaar overeenkomen heeft de werkgroep interuniversitaire voortgangstoets (WiV) bij alle voortgangstoetsen van het afgelopen collegejaar afgenomen volgens de CAT-methode, de absolute norm steeds vergeleken met het resultaat bij hanteren van de relatieve norm. Dit is gedaan bij de pilot in mei 2022 en bij alle toetsen in het collegejaar 2022-23. Het resultaat van deze analyse is dat de absolute normberekening op de CAT zeer stabiel is en bijzonder goed aansluit bij de resultaten op basis van de relatieve norm.

Met andere woorden: een absolute norm past logischerwijze bij de huidige voortgangstoets (CAT-methode), is heel stabiel en verandert niets aan de norm die we tot nu toe redelijk hebben geacht; de absolute norm wordt niet beïnvloed door verstorende factoren als aanpassingen in het onderwijs of toevallige omstandigheden.

Om deze reden heeft de WIV besloten met ingang van het collegejaar 2023-2024 definitief een absolute norm in te voeren.